Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar hij zeide: [Zo waarachtig als] de HEERE leeft, [34]voor Wiens aangezicht ik sta, [35]indien ik het neme! En hij hield bij hem aan, opdat hij het nam, doch hij weigerde het. 34. Dat is, denwelken ik dien. Zie Deut.10:8. 35. Versta daarop, de Heere straffe mij. Want in het eedzweren hebben de Hebreen gemeenlijk de straf verzwegen. Zie Gen.14:23.